Nijmegen: wederwaardigheden en reflecties van een student theologie in de zeventiger jaren

Het Nijmeegse studentenleven in de jaren ‘70

De tijd van idealen en dromerigheid, dat is het tijdsbeeld van de zeventiger jaren dat Hans Garritsen beschrijft in zijn boek ’Nijmegen’. Hij deelt zijn jaren als student theologie in Nijmegen en alles wat daarbij komt kijken. Het boek is in 2017 verschenen bij Uitgeverij Boekscout.

NIJMEGEN beschrijft de wederwaardigheden en reflecties van een student theologie in Nijmegen in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Het geeft een beeld van de kennismaking met de stad, de keuze voor een studie, de soms hilarische ervaringen met huisbazen en discussies. Maar het gaat ook over de liefde en ontwikkelingen in het denken van de hoofdpersoon. Zo nu en dan wordt stilgestaan bij een onderwerp: het verschil tussen alfa- en bêtamensen, sport, kunst, de veranderingen in het denken over religie. De auteur beschrijft met humor een aantal sterke indrukken uit die tijd.

Auteur Hans Garritsen (1952) is geboren in Enschede. Als kind was hij gebiologeerd door tekenen en schilderen. Als negentienjarige koos hij er niettemin voor om theologie te gaan studeren. Het nadenken over de rol van godsdienst in de samenleving liet hem niet los. Dat gold ook voor het creatieve. Zijn studie stelde hem in staat om bezig te zijn met de betekenis van godsdienst, met de vragen die altijd door de mens gesteld zijn zolang hij zich van zichzelf bewust is. Plaats van handeling was Nijmegen, grensstad tussen Noord en Zuid.

Boekgegevens

Titel: Nijmegen - Wederwaardigheden en reflecties van een student theologie in de zeventiger jaren

Auteur:   Hans Garritsen

Eerste druk: 2017

Aantal pagina's:   158

ISBN: 9789402241259

Geïllustreerd: ja

Verkoopprijs: € 19,50 verkrijgbaar bij de auteur (zie pagina contactgegevens) of bij de webwinkel van de uitgever (www.boekscout.nl).

Uitvoering: Paperback

De instelling: een roman


DE INSTELLING is een roman en speelt zich af in de jaren negentig van de vorige eeuw. Bert, de hoofdpersoon, is geestelijk verzorger in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. De zorg is erg in beweging. Instellingen fuseren, mensen met een beperking worden van patiënten burgers, met rechten en plichten als iedereen. Door de spanning die dit oproept, door verschil van instelling maar ook van karakter, botst Bert in zijn werk met zijn toekomstige collega Bram. Het leidt tot een diepgaand conflict. Via flashbacks leert de lezer Bert kennen: een overspannen vader, een traumatische verwijdering van amandelen, danslessen als puber, leren verantwoordelijkheid te nemen. Een assessment blijkt geen oplossing. Bram denkt alles onder controle te hebben, maar of dat klopt?

geillustreerd door de auteur

ISBN: 978-94-640-3695-4

Aantal pagina's: 184

Prijs: € 20,50 (incl. verwerk- en verzendkosten naar Nederland en België)

Bestellen: bij boekscout.nl of in de boekhandel.


"Ik fietste onder de poort door waarop met grote letters ‘H.K.H. Prinses Margriet’ stond, en vervolgens de brede oprit op die naar het hoofdgebouw leidde. Er waren al veel parkeervakken leeg. We spraken altijd rond half vijf in de middag af. Dan had je nog bijna een hele middag daarvóór om de dagelijkse dingen af te handelen. Ik liep de zes treden op die naar de hoofdingang leidden. Vreemd, in een tijd waarin iedereen bezig was met toegankelijkheid voor mensen met een handicap, was deze vesting voor rolstoelers onneembaar. Er was een achteringang die wel gelijkvloers was. Tja. ‘Leveranciers en gehandicapten achterom s.v.p.’ Ik drukte de zware glazen deur open en liep naar de volgende trap. Met de lift had ook gekund, rechts van me, een oud, zwaar bakbeest, maar ik besloot te rennen, met twee treden tegelijk naar boven. Daar nam ik de gang links. De eerste deur stond open. De directiesecretaresse zat achter haar bureau. Ze keek op en glimlachte. “Hallo Bert”, zei ze. “Is het weer zover? Je weet het hè, vergaderzaal 2.02.”

“Ik zag het”, zei ik, hijgend, want mijn conditie was niet echt fantastisch. “Dag Marleen. Alles goed met je?”

“Ja hoor, nog een half uurtje en dan wordt het nog beter met me”, riep ze terug. “Vergader ze!”, en ze boog zich weer over haar werk. Ik opende de deur van 2.02. Gedempt licht, de gordijnen waren half dichtgeschoven tegen de zon. Bram en Adele waren druk in gesprek. Ze draaiden hun hoofd naar mij toe. “Dag Bert”, zei Bram. Adele glimlachte. “Daar zijn we weer. Ga zitten, ga zitten.” Ik trok een stoel naar me toe en schonk mij een kop koffie in uit de roestvrijstalen thermoskan. De anderen hadden al, Bram thee. Koekjes... die waren er niet. O nee, daar doen ze hier niet aan. Bezuinigingen. Vanwege het feit dat ik rookte had ik altijd behoefte om iets in de hand te hebben. Maar roken werd hier binnen niet op prijs gesteld. Dan maar het substituut: de ballpoint. Ik manipuleerde het ding in mijn rechterhand alsof ik een shagje aan het draaien was."


Recensie in: hebban.nl en deleesclubvanalles.nl

Van: Guido Goedgezelschap, do 10 december 2020

Guido Goedgezelschap, recensent Nederlandstalige Literatuur voor bovenstaande sites.


“De instelling” van Hans Garritsen

De instelling: een dubbele betekenis.


De auteur

“Conflicten op het werk komen vaker voor dan je denkt. Werk is geen natuurlijke sociale omgeving.” (proloog blz.7)

Met deze quote zet de auteur onmiddellijk de toon voor zijn boek. Hans Garritsen, tot voor kort voor mij een onbekende, werd in 1952 geboren in Enschede. Hij studeerde theologie in Nijmegen (1971-1979)en volgde een opleiding schilderen/tekenen en grafiek in Arnhem en Enschede (1975-1984).Van 1997 tot 2015 was hij werkzaam in de gehandicaptenzorg, vooral als beleidsmedewerker dagbesteding verstandelijke gehandicaptenzorg. Kunst is een passie voor hem en dat resulteerde in diverse groeps- en solo-exposities.

“De rode draad is het proces van schilderen zelf: de manier waarop verf laat zien wat ik zie.”


Situering in de tijd

Het einde van de 20e eeuw werd gekenmerkt door een aantal sociale en maatschappelijke hervormingen: fusies, samenwerking en grootschaligheid werden sleutelwoorden, m.a.w. evolutie. De noodzakelijkheid vinden we terug in het moto van het boek: “Als het hoogste doel van een kapitein zou zijn, zijn schip te behouden, zou hij het voor altijd in de haven houden.” Thomas van Aquino.                                                                                                                                                                    Scholen, maar ook instellingen zoals die voor gehandicapten- en ouderenzorg stonden bovenaan het lijstje van de overheid: er was geen ontkomen aan: de weg naar de sanering was ingezet. Ook de maatschappelijke benadering van de residenten van de instellingen evolueerde: mensen met beperkingen werden burgers met rechten en plichten zoals iedereen. De buitenwereld werd mondiger en de eis naar meer kwaliteit in de verzorgingsinstellingen ging, terecht, steeds luider klinken. Het verhaal is gedeeltelijk gebaseerd op waargebeurde feiten. “Hoe kun je immers schrijven over ervaringen die totaal vreemd voor je zijn?” (proloog blz. 7). De verhaallijn is door de auteur zelf bedacht.

“Dat is de ultieme, en misschien wel de enige echte vrijheid van diegene die schrijft, schildert, muziek maakt of op een andere manier creatief bezig is.” (proloog blz.7)

Het verhaal                                                                                                                                                                     

Het verhaal speelt zich af in de jaren negentig van de vorige eeuw tijdens de overgangsfase in de zorgsector, met name de geestelijke gezondheidszorg. De protestantsgerichte instelling ‘Prinses Margriet’ en het meer katholiek gerichte centrum ‘Cupertino’ liggen nauwelijks tien kilometer van elkaar. Beide instellingen doen naar best vermogen hun best om de ‘patiënten’ een aangenaam verblijf te bezorgen binnen hun respectievelijke muren. Voor de overheid is het kostenplaatje, om beide centra individueel te subsidiëren, te hoog: samenwerking en fusie dringen zich onvermijdelijk op. Bert, het hoofdpersonage, is de enthousiaste en gedreven pastor in Cupertino. De invulling van zijn taak, waarin vooral de mens als individu en persoonlijke vrijheid voor iedereen centraal staat botst keihard met de visie van zijn collega Bram in het nabij gelegen ‘Prinses Margriet’. Er zijn wel de wekelijkse contactmomenten, maar de beide heren blijven hun eigen ding doen. Dat stuit op veel kritiek van Bram. Wanneer zij noodgedwongen, in de aanloop naar een onvermijdelijke fusie, hun werkzaamheden harmonieus op elkaar moeten afstemmen blijkt Bram het grootste ego te hebben. Zijn kritiek en zijn minachting voor het werk van Bert neigt al snel naar pesterij. Het conflict escaleert in die mate dat Bert niet optimaal meer kan functioneren. En gedwongen afwezigheid wegens depressie zijn het gevolg. Externe hulp brengt geen oplossing en toch kan hij zich oppeppen om zijn opdracht weer op te nemen: hij vindt de moed, de kracht en de zelfzekerheid weer om het hoofd te bieden aan een bewegende, evoluerende maatschappij.

Kunnen de beide protagonisten water bij de wijn doen en kunnen zij zich op de werkvloer, elk met hun eigen inbreng, positief stimuleren?


Beoordeling

“De instelling” is een verhaal, zo uit het leven gegrepen. Is dit een tijdsgebonden situatie? Geenszins. Deze toestanden zijn zeer gemakkelijk te projecteren op, en te reflecteren naar de hedendaagse samenleving waarin de sociale media zeker zijn rol speelt. De auteur is zeer goed geplaatst door zijn vroegere loopbaan in de zorgsector en bij deze is hij dan ook een soort van ervaringsdeskundige.

Dat de schrijver een intelligent persoon is kan je afleiden uit de keuze van de titel: “De instelling”. De logische gedachte bij dit woord, enerzijds, verwijst naar het fysieke gebouw met zijn personeel en zijn bewoners. Anderzijds verwijst het naar ‘de instelling’ van het ene individu ten opzichte van het andere. ‘Kan ik mijn mening instellen, afstellen op de mening van iemand anders? M.a.w. kan ik toegevingen doen of loop ik rond met oogkleppen en zie ik het werk van mijn naaste niet? Hoeveel toegevingen moet ik doen om mijn visie te behouden?’ Geniaal gevonden hoor, die titel.                         Het verhaal is geschreven vanuit de visie, het perspectief van Bert, de ik-persoon, de verteller. Het is ook het personage dat wij het best leren kennen. Hans maakt daarvoor handig gebruik van flash-backs die de achtergronden van Bert belichten waardoor wij als lezer bij mondjesmaat een duidelijker beeld krijgen in het leven van het hoofdpersonage. Zijn antipode, Bram, leren we eerder kennen op de werkvloer als de eigenwijze man die stevig op zijn poten staat en de touwtjes krachtdadig in handen heeft. Is dat wel zo, of is het maar schijn? De auteur is er in geslaagd om twee verschillende karakters zeer nauwkeurig te typeren. De andere personages blijven nogal vaag aanwezig maar ik meen dat dit geen nadelige invloed heeft op het verhaal. De schrijfstijl is eenvoudig en vlot en gewild of ongewild bouwt hij een zekere spanning op waardoor je als lezer steeds nieuwsgieriger wordt naar de afloop: een verdienste die zeker een pluim verdient.

Nog een pluim voor de prachtige, gekleurde illustraties die we terugvinden in het boek, niet alledaags en zeker niet courant in gebruik, maar wel mooi meegenomen: een meerwaarde voor het boek.

“De instelling” is een verhaal van en over mensen, waarin Hans Garritsen de grenzen van het individu aftast, de ‘kleine kantjes’ van het wezen blootlegt en een waarschuwing uitdeelt naar het egoïsme, het kortzichtige en de zelfingenomenheid van mensen in het algemeen.

Ik quoteer “De instelling” van Hans Garritsen met 4****sterren.